De eerste van vier deelnemers staat met zwemvliezen aan klaar op het startblok. Na het startsignaal duikt deze deelnemer het water in en zwemt hij of zij 50 meter vrije slag. Als de deelnemer de kant aantikt, duikt de tweede deelnemer het water in om 50 meter vrije slag te zwemmen. De derde deelnemer ligt in het water klaar met een stokje. Als de tweede deelnemer de kant aantikt, start de derde deelnemer met vervoeren van het stokje over 50 meter in enkelvoudige rugslag. De vierde deelnemer ligt in het water klaar. Als de derde deelnemer de kant aantikt, laat hij of zij het stokje los en neemt hij de rol van ‘slachtoffer’ aan. Het ‘slachtoffer’ is verplicht een gestrekte rugligging aan te nemen met zijn of haar handen boven het hoofd. De vierde deelnemer pakt de derde deelnemer vast in een correcte vervoersgreep en vervoert hem of haar 50 meter naar de finish.